4 oktober was ik getuige van het eerste landelijke Planteneters-event georganiseerd door Boele Ytsma. Daar werd, naast een scala aan boeiende lezingen, het nieuwe boek van Boele gepresenteerd. Het gaat niet zoals zijn twee vorige boeken over geloof of theologie, maar over het eten van planten. Toch vormt dit werk in zekere zin een natuurlijk vervolg op ‘Van de Kaart’ en ‘Authentiek’. In zijn eerste twee boeken zocht Boele naar een authentieke manier van leven, in een wereld waarin zekerheden van vroeger niet langer kunnen standhouden. Met name in ‘Authentiek’ komt de aandacht voor het fysieke en het lichamelijke in beeld. In ‘Ik ben een planteneter’ werkt Boele dit aandachtsgebied nauwkeurig uit en lijkt hij in sterke mate gevonden te hebben waar hij naar op zoek was.
In 2010 kampte Boele, een man van in de veertig, met overgewicht, zoals velen van zijn leeftijd. Hij was niet meer die sterke slanke jongen van vroeger en besloot dat het tijd werd om af te gaan vallen en te gaan sporten. Zoals veel mensen probeerde Boele eerst een eiwitdieet vol met dierlijke eiwitten en laag in koolhydraten. Daarvan viel hij wel af, maar hij werd er niet fitter van en begon zelfs te stinken. Na een tijdje gaf hij plantaardige voeding een kans. Al snel voelde hij zich beter. Niet alleen viel hij nog meer af, maar ook zijn sportprestaties verbeterden. Binnen een jaar liep Boele zijn eerste marathon. In november 2012 startte Boele zijn bedrijf ‘De Planteneter’ en ondersteunde zijn boodschap door video’s te uploaden naar Youtube waarin hij zijn ervaringen en kennis over de plantaardige lifestyle deelde met Nederland. Nu, een jaar later, is er een boek verschenen, getiteld ‘Ik ben een planteneter, net als jij’ waarin dit alles op een geordende manier is terug te vinden.
Boele omschrijft zichzelf niet als veganist, maar als planteneter. Het verschil is volgens hem dat een veganist wordt gedefinieerd door wat hij niet niet eet: vlees, vis, zuivel, eieren en honing. Een planteneter focust juist op wat hij wel eet: groenten, fruit, peulvruchten, volle granen, noten, zaden en paddestoelen en dat alles in overvloed. Ik denk dat die positieve benadering voor veel mensen goed werkt. Als je gezond plantaardig eten een kans wil geven, hoef je niet meteen de hele veganistische leefwijze te omarmen. Zodra je als planteneter de veranderingen in je eigen lichaam merkt, word je je geleidelijk ook meer bewust van de andere goede redenen om plantaardig te eten. Op een geven moment versterken die redenen elkaar: als je iets meer begrijpt van de gezondheidsschade van zuivel én van het dierenleed wat achter zuivel schuil gaat, wordt het des te makkelijker om er vanaf te blijven. De focus op gezondheid komt overeen met het boek ‘Eat to Live’ van Joel Fuhrman. Boele omschrijft planteneten als thuiskomen: meer en meer ga je zien dat je leeft volgens principes die je onbewust toch al omarmde, zoals het niet willen schaden van jezelf, het milieu en de dieren. Deze dimensie vormt de spirituele kant van het boek, alhoewel deze kant niet wordt overdreven. Vrijwel alles wat over voeding staat geschreven, wordt met wetenschappelijke data ondersteund.
Boele hanteert drie basisregels die je kan gebruiken om meer richting het eetpatroon van een planteneter te gaan. Deze basisregels zijn:
- Eet meer plantaardige producten
- Eet minder dierlijke producten
- Eet je voedsel zoals de natuur het ons geeft: onbewerkt of minimaal bewerkt
Planteneter worden is volgens Boele een reis. Sommige mensen doen er een paar weken over om planteneter te worden, anderen een paar jaar. Elke dag heb je weer de keus om bij een van de drie hoofdmaaltijden de drie basisregels toe te passen en een stapje in de goede richting te zetten. Je kan drie keer per dag de keuze maken om iets minder vlees, zuivel en eieren te eten en meer groente, fruit, peulvruchten, granen, noten, zaden en paddestoelen. Gewoontes veranderen kost energie en levert stress op. Volgens Boele kun je daarom het beste niet teveel ineens veranderen, maar geleidelijk. Hier zit wel een verschil met ‘Eat to Live’. Joel Fuhrman stelt voor om er zes weken volledig voor te gaan en in die zes weken strikt volgens zijn programma en recepten te eten. Dit heeft te maken met bepaalde verslavingen die mensen hebben aan bijvoorbeeld suiker. Vergelijk het met een roker: het is heel moeilijk als je verslaafd bent aan nicotine, om maar één sigaret per dag te roken, want de ene sigaret houdt de hunkering naar de volgende sigaret in stand. Je kan er maar beter helemaal mee stoppen. Zo ook bij verslaving aan suiker: het is makkelijker om er helemaal mee te stoppen en even door de zure appel heen te bijten, dan je verslaving te blijven prikkelen met toch een klein beetje junkfood per dag. Na een periode van onthouding, zijn de ‘cravings’ voorbij en denk je nooit meer aan die producten waar je voorheen verslaafd aan was en hebben nieuwe gezondere gewoontes zich kunnen vormen. In het boek ‘Eat for Health’ lijkt Fuhrman wel een meer geleidelijk programma aan te bieden. Het hangt misschien van de ernst van het overgewicht en voedselverslaving af wat de meest geschikte vorm is om over te gaan richting een puur plantaardig dieet.
Een ander klein verschil met ‘Eat to Live’ is dat Boele erg zuinig is met noten. Fuhrman raadt aan om dagelijks een klein handje ongeroosterde en ongezouten noten te consumeren vanwege de gezonde nutriënten die erin zitten, zelfs voor mensen die willen afvallen. Ondanks dat noten veel vet bevatten, is de nutriëntdichtheid van noten nog steeds erg hoog. Fuhrman is niet geobsedeerd door een precieze verhouding van macronutriënten (koolhydraten, vet en ewit), maar is uit op een verhoging van de nutriëntdichtheid van het eetpatroon. Boele raadt in tegenstelling tot Fuhrman af om noten dagelijks te eten (blz. 86) en lijkt hier meer aan de kant te staan van de low-fat-auteurs zoals McDougall, Esselstyn en Barnard. De gedachte achter het afraden van noten is bij deze auteurs vaak dat mensen noten niet met mate kunnen eten en gaan bingen. Ik denk dat dit vooral zo is bij gezouten en geroosterde noten, iets wat Fuhrman sowieso afraadt.
Boele geeft, net als Fuhrman, aan groente, fruit en peulvruchten (bonen en linzen) een prominente rol in zijn voedselpiramide (blz. 69). Ze vormen de basis van het dieet dat hij aanbeveelt.
Boele is erg voorzichtig met het aanbevelen van supplementen en terecht. Fuhrman waarschuwt ook voor de gevaren van sommige supplementen, zoals geïsoleerd beta-caroteen in vitaminepillen. Fuhrman raadt echter wel wat supplementen aan, namelijk vitamine B12, vitamine D en DHA. Boele verwijst voor vitamine D naar zonlicht. Omdat dit in de winter wel erg schaars is in Nederland, vraag ik me af of dit voldoende is. Over DHA heb ik in ‘Ik ben een planteneter’ niets gelezen. DHA is een bepaalde vorm van omega-3 vet die in de meeste gevallen door mensen zelf kan worden geproduceerd uit ALA, een andere vorm van omega-3 die in plantaardige voeding voorkomt (in chiazaden, walnoten, lijnzaad, etc). Echter, niet bij iedereen verloopt de omzetting van ALA naar DHA even gunstig. Sommige veganisten zouden hierdoor op oudere leeftijd neurologische problemen kunnen krijgen. Daarom raadt Fuhrman aan om te suppleren met een minimale hoeveelheid DHA of om regelmatig je DHA-gehalte te laten checken. Meer daarover kun je lezen in het artikel ‘What vegans may be missing’ van Fuhrman. DHA is ook in plantaardige vorm verkrijgbaar uit algen. Over vitamine B12 zijn de meeste plantaardige geleerden en zo ook Boele het wel eens: gewoon af en toe een supplement nemen of je bloed regelmatig laten controleren.
Wat een heel leuke toevoeging is ten opzichte van vergelijkbare boeken is het hoofdstuk over sporten. Boele verenigt kennis met zijn eigen ervaring als marathon- en ultraloper en vertelt wat de optimale voeding is voor een optimaal herstel na het sporten. Ook topsporters zouden hun prestaties kunnen verbeteren met een plantaardig eetpatroon.
Boele Ytsma is een autodidact op het gebied van voedingsleer en heeft zich verdiept in een enorm scala aan werken op het gebied van plantaardige voeding en gezondheid. Hij put uit veel boeken van auteurs die ook vermeld staan op mijn linkpagina. Wat Boele Ytsma toevoegt aan de plantaardige bibliotheek is een van de eerste Nederlandstalige boeken op dit terrein. Zijn boek voorziet in de behoefte van mensen die een goede algemene Nederlandstalige introductie willen hebben in plantaardige voedingsleer. Het boek is prettig leesbaar en presenteert niet alleen maar droge wetenschappelijke feitjes, maar bevat humor, radicale statements, positieve handreikingen en een uitnodiging om mee op reis te gaan in je eigen tempo. Wat er nog mist in het boek is een index, zodat je makkelijk op bepaalde onderwerpen kan zoeken.
Het boek is te koop bij Uitgeverij Lucht vrij van verzendkosten.
Bekijk hier de openingstoespraak die Boele hield op zijn Planteneters-event: